Wie weet heeft u het wel eens bij uzelf gezien, of bij iemand in uw omgeving. Van die blauwe of rode verkleuring in de tenen of vingers. Vooral tijdens de winterperiode. Of een witte en gevoelloze vinger. Wie weet zijn het wel wintertenen of winterhanden. Of was er sprake van het ‘’fenomeen van Raynaud’’?

In de podotherapeutische praktijk komen we het fenomeen van Raynaud vaak tegen. Podotherapeuten kunnen helpen bij het onderscheiden van wintertenen of -handen en het fenomeen van Raynaud. De aandoeningen lijken veel op elkaar, maar er zijn kleine verschillen. In dit blog leggen we het verschil uit tussen wintertenen en het fenomeen van Raynaud. Ook geven we tips en benoemen we beschermende maatregelen om wintertenen of Raynaud te voorkomen.

 

Verschillen tussen het fenomeen van Raynaud en wintertenen

Fenomeen van Raynaud

Fenomeen van Raynaud

Wintertenen

Eerst een witte of bleke kleur, daarna een blauwe of rode kleur

Donkere, rode, rood-blauwe of paars-blauwe kleur

Komt het hele jaar voor

Meestal alleen in koude periodes

Verhoogde kans op wondjes

Kans op wondjes

Kan uitgelokt worden door bètablokkers, medicijnen die ergotamine bevatten en chemotherapie

Kan uitgelokt worden door bètablokkers

Slagaderlijk probleem

Aderprobleem

 

Fenomeen van Raynaud
Het fenomeen van Raynaud komt doordat er kramp ontstaat in de spiertjes van de kleine slagaders. De spiertjes drukken de kleine slagadertjes door de kramp een beetje dicht. Hierdoor gaat er minder bloed naar de huid. Dit kan gebeuren door:

  • Kou, bijvoorbeeld als het vriest, maar dat hoeft niet. Het gebeurt soms al bij 10 of 12 graden. Bij welke temperatuur het gebeurt, is bij iedereen anders.
  • Emotie, bijvoorbeeld door boosheid, verdriet of stress.
  • Heftig trillen, bijvoorbeeld als u werkt met een drilboor of fietst over een hobbelige weg.
  • Snel en lang typen op een toetsenbord.
  • Roken.

Doordat er minder bloed naar de huid gaat, krijgen de vingers of tenen een bleke of blauwe kleur. Wanneer u in een warmere omgeving komt, ontspannen de spiertjes zich en kan het bloed weer makkelijker door de sladadertjes naar de huid komen. Langzaam worden de vingers of tenen weer rood of roze van kleur.

Tijdens dit proces van de kleurveranderingen kan het gevoel in de tenen of vingers minder zijn. Uw vingers of tenen kunnen ook juist pijnlijk aanvoelen, gaan tintelen, prikken en daarna gloeien. Soms kunnen uw vingers of tenen dik worden.

Het fenomeen van Raynaud komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. En het komt vaker voor in een koud klimaat, bijvoorbeeld in Nederland.

Kenmerken van het fenomeen van Raynaud:

  • Koude vingers of tenen;
  • Tenen of vingers kunnen een bleke of blauwe kleur krijgen;
  • Hierna kunnen tenen of vingers een rode kleur krijgen;
  • Tijdens het proces dat de kleur verandert, kunt u minder gevoel in tenen of vingers hebben;
  • Tenen of vingers kunnen ook pijnlijk aanvoelen, tintelen, prikken en daarna gloeien.
  • Soms kunnen de vingers of tenen dik worden.

Het fenomeen van Raynaud in combinatie met reuma of diabetes
In de podotherapiepraktijk zie we vaak mensen die last hebben van het fenomeen van Raynaud én diabetes of reuma hebben. Dit kan een gevaarlijke combinatie zijn. Mensen met reuma en diabetes hebben vaak last van minder of geen gevoel in de voeten en voelen het daardoor niet als er een wondje ontstaat. Raynaud zorgt er dan weer voor dat wondjes slechter genezen door de verminderde bloedtoevoer.

    Adviezen bij Raynaud

    • Zijn er wondjes ontstaan? Gebruik een huidvriendelijke (witte) pleister, om infectie te voorkomen.
    • Vermijd kou en hou uw lichaam warm. Draag warme kleding en handschoenen.
    • Beweeg genoeg. Door bewegen stroomt er meer bloed naar uw vingers. En als u vaak beweegt, wordt uw lichaam warmer.
    • Schoenen, sokken en handschoenen met zilverdraad erin wordt door sommige mensen met het fenomeen van Raynaud als prettig ervaren.
    • Stop met roken. Door roken kunt u vaker en langer klachten krijgen.
    • Zorg voor minder stress.
    • Soms wordt medicatie voorgeschreven. Het nadeel van medicatie is dat er bijwerkingen kunnen optreden. Dit zijn: hoofdpijn, oedeem, duizeligheid en flushes (roodheid in het gezicht);

    Behandeling door de podotherapeut
    Heeft u veel last van Raynaud, vooral aan uw tenen? Dan kunt u een afspraak bij de podotherapeut maken. De podotherapeut zal u onderzoeken en kijken welke oplossing mogelijk is.

    Als u ook een afwijkende teenstand heeft, zoals een hamerteen of klauwteen, kan er een ontstekingsreactie op de top van de teen ontstaan. De podotherapeut kan een orthese maken om de druk te verminderen. Hiermee voelt u minder pijn aan de tenen tijdens het lopen. Ook ontstaan er door het dragen van een orthese minder ontstekingsreacties in de tenen.

    De podotherapeut ontdekt ook vaak wondjes. De podotherapeut verzorgt het wondje en geeft adviezen voor thuis mee. Wanneer een wondje snel gezien en behandeld wordt, is de kans dat het wondje goed geneest het grootst.
     

    Wintertenen
    Het medische woord voor wintertenen en winterhanden handen is ‘perniones’. Perniones komt niet alleen aan de handen en voeten voor, maar ook op andere plekken, zoals het been, pols, neus, oorschelp of op de plaats van een lipoom (vetbultje). De vochtigheid in de lucht speelt bij wintertenen een belangrijkere rol dan kou, dit in tegenstelling tot het Fenomeen van Raynaud.

    Bij wintertenen werkt het regelsysteem tussen de slagaders en gewone aders minder goed. Bij temperatuursveranderingen zorgt het regelsysteem van de aderen ervoor dat er meer of minder bloedtoevoer is. Wanneer het regelsysteem van de aderen niet goed werkt, kunnen stilstand of stuwingen (ophopingen) van het bloed in de aderen ontstaan. Hierdoor ontstaat een ontstekingsreactie en ziet u een rode verkleuring in de huid.

    Wintertenen kunnen verschillende problemen veroorzaken:

    • Beschadiging aan de binnenkant van het bloedvat;
    • Ontsteking van het bloedvat;
    • Chronische ontsteking van de huid en de laag onder de huid.
       

    Kenmerken van wintertenen en winterhanden

    • Komt vooral voor aan de bovenkant van de handen en voeten;
    • De klachten gaan meestal binnen een paar weken vanzelf over. Soms blijven ze de hele winter.
    • Bij kouder weer heeft u meestal meer klachten, bij zachter weer minder klachten.
    • Wanneer het warmer wordt, in het voorjaar, verdwijnen de klachten. In de zomer heeft u geen klachten.
    • Vlekkerige rode en gezwollen handen of tenen;
    • Donkere, rood-blauwe of paars-blauwe plekken
    • Jeukende handen of tenen;
    • Branderig gevoel aan handen of tenen;
    • Pijn in handen of tenen;
    • Er is een duidelijke grens tussen het lichte deel van uw vingers of tenen en uw gewone huidskleur.

    Gevoelig voor wintertenen
    De kans dat u last krijgt van wintertenen is groter als:

    • U zich niet goed tegen de kou beschermt (dunne of vochtige kleding);
    • De bloedstroom wordt afgekneld (strakke kleding of schoenen);
    • U weinig beweegt;
    • U mager bent.
    • Wanneer u rookt of bepaalde medicijnen (bètablokkers) gebruikt, gaan de kleine bloedvaten zich vernauwen. Mogelijk heeft u dan meer kans op winterhanden of wintertenen, maar dat is niet bewezen.
       

    Adviezen bij wintertenen

    • Vermijd kou en hou uw lichaam warm. Draag warme kleding, een muts die de oren bedekt en handschoenen.
    • Houd uw voeten warm en droog, met sokken van katoen of wol (geen kunststof) en waterdichte schoenen;
    • Schoenen, sokken en handschoenen met zilverdraad erin wordt door sommige mensen met winterhanden als prettig ervaren.
    • Zorg dat uw lichaam warm blijft, bijvoorbeeld door actief te bewegen;
    • Zorg dat uw huis en werkplek warm genoeg zijn;
    • Zorg ervoor dat de huid niet kapotgaat. Probeer bijvoorbeeld niet te krabben als u jeuk heeft.
    • Stop met roken. Door roken kunt u vaker en langer klachten krijgen.
    • Soms wordt medicatie voorgeschreven. Het effect bij wintertenen is alleen onvoldoende aangetoond. Het nadeel van medicatie is dat er bijwerkingen kunnen optreden. Dit zijn: hoofdpijn, oedeem, duizeligheid en flushes (roodheid in het gezicht);
    • Heeft u veel klachten en gebruikt u bètablokkers? Bespreek met uw huisarts of u minder van deze medicijnen kunt nemen of er (tijdelijk) mee kunt stoppen. U merkt dan of uw klachten minder worden zonder de medicijnen;
    • Sommige mensen proberen een warmwaterbad, wisselbaden (koud en warm water afwisselen) of massages. Of ze smeren hun handen of voeten in met vaseline of lanette crème. Het is onbekend of deze dingen wel of niet helpen. Artsen kunnen het daarom niet aanraden of afraden. U kunt het proberen. Er zijn geen bijwerkingen;
    • Er is geen medicijn, zalf of andere behandeling waarvan bewezen is dat het helpt bij winterhanden of wintertenen. Ook nifedipine, vitamine D of een corticosteroïdcrème blijken niet te helpen om klachten van winterhanden of wintertenen te verminderen of te voorkomen.

    Behandeling door de podotherapeut
    Heeft u last van wintertenen en heeft u pijn bij het lopen? Dan kunt u een afspraak bij de podotherapeut maken. De podotherapeut zal u onderzoeken en kijken welke oplossing mogelijk is.

    Als u ook een afwijkende teenstand heeft, zoals een hamerteen of klauwteen, kan er een ontstekingsreactie op de top van de teen ontstaan. De podotherapeut kan een orthese maken om de druk te verminderen. Hiermee voelt u minder pijn aan de tenen tijdens het lopen. Ook ontstaan er door het dragen van een orthese minder ontstekingsreacties in de tenen.

    De podotherapeut ontdekt ook vaak een wondje. De podotherapeut verzorgt het wondje en geeft adviezen voor thuis mee. Wanneer een wondje snel gezien en behandeld wordt, is de kans dat het wondje goed geneest het grootst.