Plan een online afspraak via de blauwe button rechtsonder. Meer info
Rol podotherapeut bij valpreventie
De podotherapeut vervult een belangrijke maatschappelijke rol wanneer men kijkt naar het voorkomen van valongevallen bij ouderen. In onderstaand artikel geven we meer inzicht in wat podotherapeuten op dit gebied zoal kunnen doen.
Wat doet een podotherapeut?
Een podotherapeut is een paramedicus die, net zoals fysiotherapeuten en andere paramedische disciplines, na het volgen van een vierjarige hbo-opleiding een beschermde opleidingstitel draagt. Momenteel zijn er ongeveer 1000 podotherapeuten werkzaam in Nederland, dat zijn er ten opzichte van andere paramedische beroepen niet veel. Bij podotherapeuten wordt er vaak alleen gedacht aan het maken van podotherapeutische zolen of het uitvoeren van instrumentele behandelingen, maar dat is een misvatting. Podotherapeuten vervullen een belangrijke maatschappelijke rol, wanneer je kijkt naar het voorkomen van valongevallen bij ouderen.
Podotherapie
Podotherapie is een (para)medisch vakgebied waarbij de focus ligt op het behandelen en voorkomen van lichamelijke klachten aan voeten, enkels, knieën, heupen en rug. Podotherapeuten zijn gespecialiseerd in voetklachten en klachten in het onderste bewegingsapparaat die voortkomen vanuit de houding en vanuit bewegingen die men maakt.
Onderzoek door de podotherapeut
Een podotherapeut heeft een brede klinische kennis en specifieke biomechanische kennis om onderzoek uit te voeren. Met deze kennis probeert de podotherapeut de oorzaak te achterhalen en een geschikte oplossing te bedenken. Dit kan een op maat gemaakte podotherapeutische zool zijn, maar ook een orthese of taping. Daarnaast geeft een podotherapeut adviezen over rek- en spierversterkende oefeningen alsook een schoenadvies.
Vakgebieden
Daarnaast kent de podotherapeut allerlei specialisaties binnen het vakgebied zoals kinder-, reuma-, sport-, diabetes- of bedrijfspodotherapie. Maar ook echografisch onderzoek, dry needling, nagelchirurgie, reumatische voet, oncologie en podomanuele therapie.
Voetproblemen en het risico op vallen
Al sinds 1988 heeft onderzoek aangetoond dat voetproblemen kunnen leiden tot een verhoogd valrisico.[Tinetti 1988] De afgelopen jaren is hier alleen maar meer bewijs voor gevonden. Recente onderzoeken tonen aan dat mensen met voetpijn (zoals fasciitis plantaris), standsafwijkingen (zoals hallux valgus en hamer- of klauwtenen), beperkte beweging in het enkelgewricht, verminderde spierkracht in de tenen, verminderd gevoel in de voeten en verhoogde drukken onder de voet een groter risico hebben op valongevallen dan mensen zonder deze voetproblemen. [Menz 2018]
Podotherapie en valpreventie
Sinds er toenemend bewijs is over een toegenomen valrisico bij thuiswonende ouderen met voetproblemen, die bij maar liefst 1 op de 3 ouderen voorkomen (!), zou beoordeling van de voeten een routine component bij valpreventie moeten zijn. [Menz 2018] De podotherapeut, de eerstelijnszorgverlener die gespecialiseerd is in het diagnosticeren en behandelen van voetproblemen, is bij uitstek geschikt om een rol in te nemen binnen valpreventie naast andere disciplines zoals fysiotherapeuten, huisartsen, oefentherapeuten Cesar/Mensendieck en ergotherapeuten. [van Gulick 2022]
De rol van de podotherapeut bij valpreventie
- Valrisicoscreening
De eerste stap naar effectieve valpreventie is het identificeren van ouderen met een verhoogd valrisico. Om podotherapeuten in de klinische praktijk te ondersteunen in het identificeren van een verhoogd valrisico bij ouderen (65+’ers) met voetproblemen heeft RondOm Podotherapeuten in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam een onderzoek uitgevoerd naar de ontwikkeling en validatie van een nieuw screeningsinstrument. [van Gulick 2022]. Dit onderzoek is voor 50% gefinancierd door de Nederlandse beroepsvereniging van Podotherapeuten (NVvP).
Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat de podotherapeut met behulp van 2 anamnese vragen ('bent u afgelopen jaar gevallen?' 'En voelt u zich wel eens instabiel tijdens het staan of lopen?') in combinatie met 1 performance test (loopsnelheid over 6 meter) en 1 voetgerelateerde meting (lukt het de patiënt niet om 3 keer een kaartje tegen te houden met de kleine tenen?) een indicatie zou kunnen geven of iemand wel of niet gaat vallen. Hoe meer vragen met "ja" worden beantwoord, en hoe lager de loopsnelheid, hoe hoger het valrisico. Vervolgonderzoek zal moeten uitwijzen hoe de performance van het instrument is in de klinische praktijk. De stappen en de resultaten van het onderzoek zijn samengevat en (visueel) weergegeven in een poster.
- Valanalyse
Indien een verhoogd valrisico wordt vastgesteld wordt de patiënt verder onderzocht door de podotherapeut op aanwezigheid van andere risicofactoren met behulp van een complete valanalyse; het is immers belangrijk om te achterhalen waarom iemand valt. Primair richt de podotherapeut zich op het verder beoordelen van de voetfunctie in relatie tot valrisico en de eventuele positief gescoorde voorspellers; een instabiel gevoel en/of een verminderde loopsnelheid. Hebben de voeten van de patiënt voldoende draagvlak? Draagt de patiënt de juiste schoenen? Is er sprake van verminderde protectieve sensibiliteit in de voeten? Zijn er pijnklachten aanwezig ter hoogte van de voeten? Heeft de patiënt voldoende voetafwikkeling? Hoe is de posturale stabiliteit (gemeten met een drukmeetsysteem) enz. Omdat vallen multifactorieel bepaald is, zal de podotherapeut ook andere risicofactoren onder de loep te nemen. De valanalyse van veiligheid NL geeft hierbij goede handvaten.
- Effectieve interventies
Na het uitvoeren van de valanalyse kan de podotherapeut starten met bewezen effectieve interventies. De eerste stap daarvan is het bewust maken van de patiënt over zijn/haar verhoogde valrisico en het voorzien van de juiste informatie om vallen te voorkomen, de brochure en checklist “Zo blijft u overeind en voorkomt u een val” van VeiligheidNL kan hierbij ondersteunend zijn. De tweede stap is het geven van schoenadvies of aanmeten van podotherapeutische zolen indien noodzakelijk. Voorbeelden waarop een schoen beoordeeld dient te worden zijn of deze fixatie heeft, of de zool niet te glad of versleten is en of het contrefort stevig genoeg is [Menz 2000]. Podotherapeuten zijn gespecialiseerd in het geven van de juiste schoenadviezen en beschikken ook over uitgebreid informatie materiaal dat kan worden ingezet voor het maken van de juiste schoenkeuze. Podotherapeutische zolen kunnen worden ingezet als er pijnklachten aanwezig zijn, maar kunnen bijvoorbeeld ook stabiliserend werken door het draagvlak van de voet te vergroten. Meetanalyse apparatuur zoals de inzet van een drukmeetplaat, kan hierbij ondersteunend werken maar ook het inzicht ten aanzien van de eigen balans voor de patiënt vergroten. De derde stap is het meegeven van spierversterkende oefeningen voor voet en enkel die thuis kunnen worden uitgevoerd. Verder is het belangrijk dat de podotherapeut eventuele nagel- en huidproblemen oplost, met alle therapieën die hij/zij daarvoor beschikbaar heeft. [Wylie 2019] Tot slot kan de podotherapeut doorverwijzen naar samenwerkende fysiotherapeuten, ergotherapeuten of oefentherapeuten die bijvoorbeeld gespecialiseerd zijn in het aanbieden van valpreventieprogramma’s zoals In Balans.
- Evaluatie
Na 6 weken zal de patiënt altijd worden opgeroepen om te evalueren. Hierbij controleert de podotherapeut het effect van de mogelijk ingezette podotherapeutische interventies. Bijvoorbeeld door opnieuw mensen over een drukmeetplaat te laten lopen of een stabilometrie meting uit te voeren met deze drukmeetplaat. Daarnaast evalueert de podotherapeut of de actiepunten naar aanleiding van de complete valanalyse zijn opgepakt.
Podotherapierichtlijn valpreventie
Om de ruim 100 podotherapeuten werkzaam binnen RondOm Podotherapeuten te ondersteunen in het uitvoeren van bovengenoemde stappen is RondOm Podotherapeuten bezig met het protocolleren van de zorg rondom valpreventie. De wens is dat dit uiteindelijk een landelijke richtlijn zal gaan worden. Via samenwerkingen tussen VeiligheidNL en het kennisinstituut voor Podotherapeutische zorg (KIPZ) wil RondOm Podotherapeuten de opgedane kennis breed delen door het organiseren en ontwikkelen van specifieke scholingen. Het is immers belangrijk om samen valongevallen te voorkomen.
Referenties
-
T inetti ME, Speechley M, Ginter SF. Risk f actors f or f alls among elderly persons living in the community. N Engl J Med. 1988;29;319(26):1701-7. PubMed PMID: 3205267.
-
Menz HB, Auhl M, Spink MJ. Foot problems as a risk factor for falls in community-dwelling older people: a systematic review and meta- analysis. Maturitas. 2018; 118: 7–14.
-
van Gulick, D., Perry, S., van der Leeden, M., van Beek, J., Lucas, C., & Stuiver, M. M. (2022). A Prediction Model for Falls in Community-Dwelling Older Adults in Podiatry Practices. Gerontology, 1–10. Advance online publication. https://doi.org/10.1159/000520962
-
Menz, H. B., & Sherrington, C. (2000). The Footwear Assessment Form: a reliable clinical tool to assess footwear characteristics of relevance to postural stability in older adults. Clinical rehabilitation, 14(6), 657–664. https://doi.org/10.1191/0269215500cr375oa
-
Wylie, G., Torrens, C., Campbell, P., Frost, H., Gordon, A. L., Menz, H. B., Skelton, D. A., Sullivan, F., Witham, M. D., & Morris, J. (2019). Podiatry interventions to prevent falls in older people: a systematic review and meta-analysis. Age and ageing, 48(3), 327–336. https://doi.org/10.1093/ageing/afy189